Gemeenten

Het National Centre for the Gifted (NCGN) in Vlaardingen is een persoonlijke zorginstelling die hoogbegaafde jongeren begeleidt met een hulpvraag. De doelgroep varieert van jongeren die naar school gaan in combinatie met maximaal een dagdeel zorg, tot jongeren die deels of helemaal uitgevallen zijn uit het onderwijs en verschillende dagdelen zorg ontvangen. Aanmelding vindt veelal plaats in verband met opgroei-/ontwikkelingsproblematiek en/of opvoedondersteuningsproblematiek in combinatie met onderwijsleerproblemen. NCGN heeft een contract met MEVIS (Gemeenten Maassluis, Vlaardingen, Schiedam). Met diverse andere gemeenten werken wij vanuit PGB, maatwerkconstructie en/of onderaannemerschap.

Aanpak
De zorg bestaat uit een oplossings- en doelgerichte aanpak waarbij steeds wordt afgestemd op de jongere, hun ouders en – waar mogelijk – school. Een belangrijke eerste stap in het bieden van zorg is het leggen van contact met de jongere. De begeleiders bouwen in een semi-huiselijke omgeving contact en vertrouwen op door gesprekken, spellen en activiteiten. Ondertussen vindt psycho-educatie op het gebied van hoogbegaafdheid plaats. Ook het spiegelen aan peers (ontwikkelingsgelijken) en de (hoogbegaafde) begeleiders draagt bij aan het opbouwen van vertrouwen en het inzicht krijgen in (de impact van) hoogbegaafdheid. Vervolgens ontstaat ruimte om te werken aan andere hulpvragen, zoals zelfbeeld, faalangst en perfectionisme, het ontwikkelen van executieve functies, maar ook angst- en stemmingsproblematiek.

Aan deze hulpvragen werken begeleiders, in samenwerking met de gedragswetenschapper, zowel groepsdynamisch als individueel. De interacties en observaties van de begeleiders worden afgestemd met de gedragswetenschapper, die op haar beurt de doelen van de jongeren bewaakt en de begeleiders aanstuurt en ondersteunt in hun aanpak waar nodig. Via coaching en advisering levert de gedragswetenschapper een bijdrage aan het verbeteren van de ontwikkeling van kinderen / jongeren en het verbeteren van opvoedingsproblematiek. Zij baseert zich daarbij – mede – op de informatie van de begeleiders.

De insteek van deze samenwerking is complementair: de begeleider past praktijkgerichte kennis toe en reflecteert daarop; de gedragswetenschapper bezit de meest recente wetenschappelijke inzichten, handelt daarnaar, en evalueert de effecten daarvan (Positie gedragswetenschapper in de jeugdzorg, NIP/NVO, 2010). Zo nu en dan is reeds diagnostisch onderzoek verricht voor aanmelding. In sommige gevallen vindt er (aanvullende) diagnostiek plaats.

Werkwijze
Bij NCGN werken wij oplossingsgericht. Oplossingsgericht werken is een praktische en positieve manier van werken gericht op het gezamenlijk vinden van oplossingen. Het vooropstellen van concrete doelen, het geven van complimenten en het hopen op verandering zijn essentiële ingrediënten bij deze benadering (Le Fevere de Ten Hove, Calles, Geysen & Maene, 2008; Mahlberg, 2010).

De professional kijkt samen met de jongere vooruit (Bannink, 2006), welk gedrag er in de toekomst gewenst is en hoe dit doelgedrag stap voor stap te bereiken. Gezamenlijk bouwen betrokkenen aan oplossingen, zodat de jongere, ouders en vaak ook school hun eigen krachtbronnen (weer) kunnen aanwenden (Caufmann & Van Dijk, 2014; De Jong & Berg, 2010; Teggelaar, van den Bosch & Monster, 2010). De oplossingsgerichte benadering en de handelingsgerichte benadering zijn beiden systematische werkwijzen die waarde hechten aan positieve aspecten en de krachten van leerlingen, leraren en ouders (HGD in het onderwijs, pag. 50). Zoals gezegd, ligt bij NCGN het accent daarbij momenteel meer op de krachten van leerlingen en ouders, dan bij de leraren. De wens is wel om hier (nog) meer aandacht aan te geven.

Empowerment
Bij oplossingsgericht werken gaat het primair om doelen en voor de jongere betekenisvolle oplossingen (“wat werkt al een beetje en hoe kunnen we dat uitbreiden”)? Een verklaring van de moeilijke situatie is daarvoor niet per se nodig.

Vanuit handelingsgerichte diagnostiek en handelingsgericht werken, beoogt NCGN daarnaast om zoveel mogelijk wetenschappelijke theorieën, psychometrische instrumenten en effectieve interventies te benutten. Binnen NCGN wordt door (school)psycholoog in een transactioneel kader gewerkt: de jongere en zijn of haar problematiek wordt bezien in de wisselwerking tussen de jongere en leraar, jongeren onderling, kind/ouders en school/ouders. NCGN zoekt samen met de jongere, leraar en ouders naar krachten en kansen en bedenkt gezamenlijk mogelijke verklaringen en oplossingen. Deze kennis wordt benut in de analyse en de aanpak van de situatie.

De jongeren worden actief betrokken in het diagnostisch en begeleidingsproces. De belangen van de jongere staan centraal en er wordt helder gecommuniceerd naar en met de jongere. Empowerment, een proces waarbij jongeren en hun opvoeders meer grip krijgen op hun situatie, helpt hen hun eigen kracht te hervinden. Door aan te sluiten bij hun belevingswereld, hen gelijkwaardig en zonder oordeel te benaderen en vanuit volledige acceptatie te luisteren, komen de eigen deskundigheid en veranderingsideeën van de cliënten naar boven (Eliëns, 2005). De gedragswetenschapper en de begeleiders van NCGN sluiten, net als een handelingsgerichte diagnost aan bij de persoonlijke theorieën van de leerling, leraar en ouders. NCGN heeft daarbij aandacht voor het zelfverhaal van de leerling en baseert zich hierbij onder meer op de Zelfwaarderingstheorie van prof. Rupert Hermans (Hermans en Hermans Jansen, 1995; Van Doorn & Louwe, 2005).

In het plan van aanpak dat na 6-8 weken wordt opgesteld zijn hieromtrent onder meer belemmerende en bevorderende factoren opgesteld. Zoals gezegd, ligt een aandachtspunt voor NCGN en de (school)psycholoog met betrekking tot handelingsgericht werken in het centraal stellen van de onderwijs- en opvoedbehoeften van de jongere en de ondersteuningsbehoeften van ouders en school.

Handelingsgericht
Binnen NCGN werken wij vanuit een handelingsgericht kader samen met ouders en jongere. Probleembesef, doelbepaling en motivatie blijken te kunnen veranderen tijdens een diagnostisch proces (Pameijer, 2014). Het zelfvertrouwen van de jongere en ouders/opvoeders neemt toe wanneer de diagnost het onderzoek samen met hen voorbereidt, de diagnostische gegevens op maat bespreekt en samen met hen vooruitblikt. Het biedt perspectief en hoop (Van der Heijden, Derksen & Egger, 2008). Handelingsgericht diagnosticeren is veranderingsgericht en bevordert inzicht en zelfbewustzijn bij jongeren, ouders/opvoeders en leraren en bevordert het verzamelen van informatie voor de keuze en de invulling van een advies en het motiveren van betrokkenen voor verandering. Dit is uiteindelijk wat NCGN als organisatie beoogt en waarin een grote rol is weggelegd voor de (school)psycholoog en haar team.

Triadisch interdepentie- of meerfactorenmodel van Renzulli en Mönks, 1985

Ouder- en leerkrachtondersteuning:


De jongere en zijn of haar opgroei- en ontwikkelingsondersteuningsbehoefte staat in de aanpak van NCGN centraal, en dit staat niet los van hun omgeving (lees: ouders, school en peers) (Renzulli, 1976; Mönks, 1985).

Voor ouders bieden wij daarnaast ouderondersteuning en oudertrainingen, variërend van Mindful Ouderschap (algemene opvoedondersteuning) tot SMPG Model Parent Groups (voor ouders van hoogbegaafde kinderen, James T. Webb e.a., 2007).

Duncan, Coatsworth & Greenberg, 2009

Vanuit het handelingsgericht werken wisselen wij waar mogelijk uit met school en leraar, in gedachte houdend dat de relatie tussen leraar en leerling grote invloed kan hebben leerprestaties (Hattie, 2013) en leerprestaties op welbevinden (Kroesbergen, 2013) en motivatie (Gubbels, 2016). De didactische aanpak van de leraar weegt bovendien mee bij leerprestaties (Marzano, 2007).

Onze samenwerkingspartner Stichting Leren Motiveren biedt vanuit het onderwijs trainingen voor docenten over hoogbegaafdheid en onderpresteren. Vanuit NCGN is er de mogelijkheid tot ondersteuning van school en/of leerkracht door onze schoolpsycholoog, zowel voor een specifieke leerling of clusters leerlingen.

11 factoren die leerprestaties positief beïnvloeden (Marzano, 2007)

Maud Kooijman-van Thiel (2008)

Onze visie op hoogbegaafdheid sluit aan bij het Delphi-model (Kooijman-Van Thiel, 2008) waarin onder meer de positieve kanten en kansen van hoogbegaafdheid naar voren komen.

Zelfdeterminatietheorie (Deci en Ryan, 2017)

Uiteindelijk is dit wat we hopen te bereiken met onze jongeren: dat het gelukkige, zelfredzame en gemotiveerde mensen mogen worden, die in interactie met de maatschappij zichzelf competent, autonoom en verbonden zullen voelen.